- Transgenders kunnen de geslachtsregistratie laten wijzigen.
Procedure
1. 1e verklaring = aangifte
- In de aangifte verklaart de betrokkene dat hij of zij ervan overtuigd is dat het geslacht vermeld in de geboorteakte niet overeenstemt met de innerlijk beleefde genderidentiteit.
- De bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand is deze van:
- de woonplaats
- de geboorteplaats, indien het gaat om een Belg die niet is ingeschreven in België
- Brussel, indien je niet-Belg bent
- De ambtenaar van de burgerlijke stand stelt de procureur des Konings in kennis van de eerste verklaring.
- De procureur des Konings heeft 3 maanden de tijd om een negatief advies over te maken.
- De niet-Belg die de aangifte wenst te doen, moet ingeschreven zijn in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister.
- Het toepasselijk recht is dat van zijn nationaliteit.
- Wanneer recht van zijn nationaliteit de geslachtsaanpassing verbiedt, kan de aangifte niet gebeuren.
2. 2e verklaring = inschrijving
- Na ten vroegste 3 maanden en ten laatste 6 maanden na de aangifte legt de betrokkene een tweede verklaring af, waarin hij of zij stelt dat die overtuiging niet gewijzigd is en dat hij of zij geïnformeerd is over de gevolgen van de aanpassing van de geslachtsregistratie.
- De ambtenaar van de burgerlijke stand maak vervolgens de akte van aanpassing van registratie van het geslacht op, met een eventuele voornaamswijziging.
3. Randmeldingen en kennisgevingen
- Er wordt op alle akten van de betrokkene en de afstammelingen in 1e graad een randmelding gemaakt.
- De betrokkene krijgt bovendien een nieuw rijksregisternummer, waardoor de aanpassing van de geslachtsregistratie niet zichtbaar is.
- De betrokkene dient een nieuwe identiteitskaart aan te vragen.
Wat heb je nodig?
- Identiteitskaart
Bedrag
- Gratis